Eenvoudig is het niet om de week die achter me ligt te omschrijven. De week dat ik aansloot bij de Multiple Intellgences training van Stefania Ballotto van Pilgrims. In de trein naar Parijs, waar mijn zomervakantie van start zal gaan, heb ik een hoofd vol indrukken. Wie denkt dat ik vooral heb zitten luisteren de afgelopen week komt bedrigen uit. keihard gewerkt heb ik met mijn medecursisten aan onze ‘toets’: het opzetten van een meervoudige intelligenties-museum over het Dierenrijk. Hiermee kon ik samen met mijn elf collega’s uit Hongarije, Spanje, Italië, Slovenië en Estland laten zien dat ik het geleerde niet alleen begreep maar toe kom passen in de creatie van iets heel nieuws. Vanochtend was de opening van het museum en werd het bezocht door alle andere cursisten van . In ons museum was aandacht voor alle acht intelligenties die we hebben behandeld: vanochtend om negen uur was de opening en vanaf dat moment kwam de ene na de andere groep cursisten van de overige Pilgrim’s cursussen met hun docenten binnen. Hun reacties waren hartverwarmend.
De cursus was al een week bezig voordat ik aan kon sluiten en begon voor mij met nog twee dagen theorie gebaseerd op de meervoudige intelligentie theorie van Howard Gardner. Dat – inmiddels al meer dan dertig jaar oude onderzoek van deze psycholoog – werd tot diens verrassing omarmd door het onderwijs. Het gaf namelijk kaders aan hetgeen menigeen in het onderwijs dagelijks in de praktijk ziet: intelligentie beperkt zich niet tot taal (linguïstieke) en rekenen (logisch-mathematisch), maar er zijn vele andere vormen van intelligentie die in vele verschillende combinaties in de mens aanwezig zijn: visueel-ruimtelijk, muzikaal, lichamelijk-kinestetisch, naturalistisch, interpersoonlijk en intrapersoonlijk.
Bij hersenscans lichten bij de verschillende aanwezige intelligenties ook verschillende delen in het brein op. Natuurlijk moeten we leerlingen in staat stellen om vanuit deze verschillende intelligenties (die je zou kunnen zien als de verschillende ramen van eenzelfde huis) de leerstof te begrijpen en te verwerken.
Ik maakte acht jaar geleden kennis met deze theorie toen ik vakleerkracht Engels werd en in dat kader ook een cursus volgde in Canterbury. De theorie sprak me van meet af aan dusdanig aan dat veel van de Such Fun! lessen er op gebaseerd zijn. Graag wilde ik mijn kennis van de theorie en de toepassing ervan verdiepen, vandaar dat ik aansloot bij deze cursus. Het onderwerp en de manier waarop dit vorm kreeg in de activiteiten waarmee Stefania Ballotto ons kennis liet maken, zorgde voor een hechte groepsvorming. In de klas hingen enveloppen waarin we visjes konden stoppen met complimenten voor onze cursusgenoten. Ook over onze eigen talenten mochten we nadenken. Bijvoorbeeld bij de creatie van onze eigen portfolio. Deze kennis van elkaars talenten en sterke kanten maakte bijvoorbeeld dat het heel makkelijk was om taken te verdelen bij de grote groepsopdracht waarmee we de week afsloten. (FOTO) Coöperatieve werkvormen, die wij in het Such Fun! zoveel mogelijk inzetten, lagen aan de basis van veel van de geboden activiteiten. Een heel leuke activiteit was dat we allemaal een strook papier kregen waarop een beschrijving stond van wat we waren in een woonkamer en wat onze positie was. Op mijn strookje stond bijvoorbeeld dat ik een oude, statige piano was, die voor het raam in de erker stond en een hekel had aan mijn nieuwe pianokruk. Eerst kregen we een aantal minuten om onszelf de beschrijving eigen te maken (terwijl een zacht muziekje speelde konden we rondlopen terwijl we dat deden, wat voor de beweeglijke leerlingen natuurlijk een heerlijkheid is). Vervolgens mochten we naar de anderen gaan om te vragen wie zij waren en wat hun positie was. Er was zelfs iemand die het stof was tussen de boekenkast en de leunstoel. Daarna moesten we een tableau vivant maken van de kamer en een voor een vertellen wie we waren en checkten we met zijn allen of het klopte. Daarna konden we een plattegrond maken van de kamer en alle meubelen en daarin alle woorden als piano, stool en bay window labelen.
Naast dergelijke ideeën die meteen toepasbaar zijn in het plannen van je lessen, was er ondermeer uitleg over hoe je papieren toetsen (waar mijn collega’s op de scholen me vaak naar vragen) zou kunnen vervangen door manieren om de ontwikkeling van je leerlingen in alle facetten (niet alleen de cognitieve!) in beeld te brengen. De meest voor de hand liggende oplossing is het aanleggen van een portfolio. Leerlingen reflecteren zelf op hun producten en leerproces en kiezen zelf wat en hoe ze dat willen presenteren. Daarnaast voerde onze docent Stefania Ballotto een warm pleidooi voor ‘restructured assessment’. Een manier waarop het geleerde wordt gepresenteerd en uitgewerkt zodat het begrip en de toepassing daarvan in alle facetten wordt belicht. Ze voegde de daad bij het woord: Elk van ons zou alleen of in een tweetal een van de intelligenties uitwerken voor ons interactieve museum. Ik werkte samen met Ana Murgada, muziekdocent uit het Spaanse basisonderwijs, aan de muzikale intelligentie. Met als thema het dierenrijk zouden we de volgende dag van start gaan.
Ik schrok toen we de volgende dag een steriele klas binnen stapten: onze acrostic poems (linguïstische intelligentie), vingerverfschilderijen (visueel ruimtelijke intelligentie) en illustraties van Stevie Wonder’s I just called to say I love you, waren van de muur. Er was niks terug te vinden van wat we tot dusver hadden gemaakt en wat ons een prima invulling leek voor een deel van het museum. We zouden ‘from scratch’ moeten beginnen.
Stefania Ballotto, die tot dan toe de touwtjes stevig in handen had gehad, sprak ons niet langer aan als groep maar gaf enkel feedback op wat de verantwoordelijken voor de afzonderlijke intelligenties haar voorlegden als activiteiten waarmee zij de intellgentie wilden illustreren in ons interactieve museum. Haar kritiek was soms niet mals. We moesten duidelijk loskomen van de termen waarmee we normaliter onze leeractiviteiten labelen. Het viel op dat sommigen van ons moeite hadden met het loslaten van vaste structuren in de les. Het was mooi om te zien wat er in de groepsdynamiek gebeurde toen de docent een aantal stappen terugzette: informele leiders stonden op en brachten structuur aan. Mijns inziens vergde deze aanpak moed van de docent en vertrouwen in haar leerlingen en in de theorie van de meervoudige intelligenties, want de interpersoonlijke intelligentie kreeg op deze manier een prachtige invulling.
Twee dagen werkte iedereen koortsachtig aan de presentatie van de gekozen intelligentie voor onze tentoonstelling die we The animal kingdom doopten. Daarnaast werden er beslissingen genomen over inrichting en samenhang van het museum, werden er uitnodigingen gemaakt en verspreid. Van niets werd iets gemaakt: een design stoel uit de koffiehoek veranderde in een olifant met opengesperde bek. Als je daarin ging zitten, veranderde die Hot seat jou in een olifant en werd je uitgedaagd je in de gevoelens van de olifant te verplaatsen (intrapersoonlijk) door vragen als: hoe voelt het dat de mens je wil ontdoen van jouw slagtanden. De whiteboarden kregen prikkelende illustraties en vragen, de Andy Warhol achtige kunst van een filosoof aan de muur kreeg denkwolken om de intelligenties te duiden. In onze muzikale hoek konden mensen een dier kiezen ( we hadden geschilderde dieren aan kettingen klaarleggen) en een instrument en daarvoor een ritme bedenken, die ze dan konden laten samengaan met de ritmes van de overige dieren. Hele jamsessies ontstonden er. Geconcentreerd samen aan de slag en verwonderd over het eindresultaat. Ook zongen we meerstemmige liedjes over de dieren die in onze hoek te vinden waren. Na een hele dag zingen en muziek maken hadden Ana en ik er nog lang niet genoeg van, en ook de beheerders van de andere intelligenties vonden het jammer dat het voorbij was. Het onderzoeken van slangenhuid onder de microscoop (naturalistische intelligentie), het geblinddoekte vingerverven van een dier en de scavenger hunt (visueel ruimtelijke intelligentie), het tellen van dierenpoten met het boek How many legs en ander wiskundige raadsels in de hoek van de logische intelligentie, de acrostische gedichten in die van de linguistieke, de yogaposes van de verschillende dieren in de lichamelijk/kinestetische hoek en dan nog de inter- en intrapersoonlijke activiteiten rond de olifant.
Het afscheid kwam te vroeg naar onze zin. Een week lang waren we tijdens de cursusdagen met elkaar opgetrokken en hadden we elkaar gezien in de overige workshops, waren we samen naar het kinderkorenfestival gegaan in de kathedraal van Canterbury en hadden we in een pub zitten eten en drinken. Er zijn plannen gesmeed om onze leerlingen samen te laten werken in eTwinning projecten en elkaar’s scholen misschien zelfs ooit te bezoeken in een Key Action 2 partnerschap. We hebben afstand genomen van onze eigen onderwijspraktijk, hem tegen die van onze collega’s in het buitenland gelegd en ideeën uitgewisseld. Onze passie verwoord en genoten van deze investering in onszelf, in ons onderwijs, in onze leerlingen. Mocht je ooit de kans krijgen: geef je op voor een internationale cursus als deze. Komend jaar zullen we voor ATO-scholenkring en mogelijk ook de andere Bossche besturen een Erasmus+ beurs trachten aan te vragen waarop leerkrachten mogelijk een beroep kunnen doen. Ik wil ATO-scholenkring bedanken dat ik deel mocht nemen aan deze prachtige cursussen en verheug me erop het geleerde in de praktijk te gaan brengen de komende jaren.